In gesprek met Rob Govers
Hoe bepaal je je volgende loopbaanstap als je als politicus niet herkozen wordt? Een vraagstuk waar loopbaancoach Rob Govers oud-politici dagelijks mee helpt. Rob beschrijft zijn filosofie als een middenweg tussen oosters en westers denken; tussen de confrontatie aangaan en doen door niet te doen. In dit interview vertelt hij alles over deze balans, zijn eigen loopbaanpad en het belang van het luisteren naar de signalen van je lichaam.

Rob, hoe kwam loopbaancoaching op jouw pad?
‘Als HRM’er bij het landelijke partijbureau van het CDA hield ik me bezig met de werving en selectie van kandidaten voor de Eerste en Tweede Kamer en het Europees Parlement. Zo nu en dan kwam daar de nazorg van een oud-politicus bij; denk aan een Kamerlid die na de verkiezingen niet terugkeert in de Kamer of een wethouder die uit het college stapt. Ik hielp ze na hun politieke carrière een passende baan vinden. Al snel merkte ik dat ik meer affiniteit had met het begeleiden van die mensen, dan met werving en instroom. Omdat ik me wilde professionaliseren, volgde ik de opleiding tot loopbaancoach. Zo kon ik oud-politici nog beter begeleiden bij het opnieuw bepalen van hun professionele missie. Want wat heb je geleerd tijdens je politieke carrière? Wat is je expertise? Wat kan en wil je? Dat kan in hetzelfde straatje liggen, of iets heel anders zijn. Zo ken ik een oud-wethouder die zilversmid is geworden en een ander die nu herder van een schaapskooi is.’
Zo kon ik oud-politici nog beter begeleiden bij het opnieuw bepalen van hun professionele missie.
Wat heb je tijdens de opleiding tot loopbaancoach geleerd?
‘Naast dat ik me de methode van het Koersonderzoek eigen heb gemaakt, heb ik naar mezelf leren kijken. De opleiding werd een reis naar binnen. Want ook ik merkte achterstallig onderhoud bij mezelf. Ik stond stil bij belemmerende gedachten, wat af en toe best confronterend was. Waar ik voorheen behoorlijk rationeel was, leerde ik tijdens de opleiding om denken en voelen in balans te brengen. Ik leerde meer in mijn lijf te komen en te vertrouwen op mijn innerlijke stem.’
Waar ik voorheen behoorlijk rationeel was, leerde ik tijdens de opleiding om denken en voelen in balans te brengen.
Waarom is dat lijf zo belangrijk?
‘Ik geloof dat je fysieke lijf een belangrijke barometer is voor hoe je er mentaal bijzit. De signalen van je lichaam geven informatie. Denk aan de uitspraak ‘een knoop in je maag’. Als je die signalen niet serieus neemt, kun je in een bore- of burn-out terecht komen. De kunst is om je denken en innerlijke weten te verweven. Een goede gezondheid is bovendien belangrijk om je op de arbeidsmarkt te begeven – we zeggen niet voor niets ‘een vitaliserend loopbaanperspectief’. Solliciteren is topsport. Als je nog met je oude baan zit of klachten hebt, kun je niet schitteren.’
Hoe help jij mensen om een nieuwe stap te zetten op de arbeidsmarkt?
‘Ik help ze in verbinding komen met hun diepste verlangen. Dat verlangen zit dus niet alleen in je hoofd, maar ook in je lijf. Ik vind het belangrijk om iemand te helpen bepalen hoe hij of zij het verschil kan maken in het leven van een ander. Nelson Mandela zegt treffend: “Wat telt in het leven is niet puur het feit dat we geleefd hebben. Het verschil dat we maken in de levens van anderen bepaalt hoe betekenisvol het leven is dat wij leiden.” Dit is mijn grootste drijfveer. Want alles wat leidt tot een hoger welzijn van de ander, is de moeite waard. Als supervisor wil ik bijdragen aan dat een student een goede coach wordt, zodat diegene kan bijdragen aan het welzijn van zijn of haar cliënten. Van ieder traject met een supervisant word ook ik beter; ik doe inzichten op en reflecteer op mijn eigen handelen.’
Als supervisor ben ik bezig met het scheppen van een krachtige leeromgeving en begeleid ik de studenten in hun leerprocessen.
Als supervisor begeleid je studenten tijdens de Beroepsopleiding tot Loopbaanadviseur. Wat vind je hier het meest bijzonder aan?
‘De rode draad in de opleiding is dat studenten leren reflecteren op hun persoonlijke en professionele leerdoelen. Gedurende zo’n jaar zie je mensen groeien in hun leiderschap. Als supervisor ben ik bezig met het scheppen van een krachtige leeromgeving en begeleid ik de studenten in hun leerprocessen. Ik zie ze groeien in hun vaardigheden en zelfvertrouwen, bijvoorbeeld door ervaringen met proefcliënten. Ze raken vertrouwd met de ins en outs van het Koersonderzoek én met hun rol als loopbaancoach, wat superspannend kan zijn. Daarom begeleid en faciliteer ik ze bij vragen als: ‘Wat voor coach ben en word ik?’ Ik help ze reflecteren op hun eigen ervaringen.’
Op je website schrijf je dat je het oosterse en westerse denken integreert en zo betere leiders van mensen maakt. Interessant! Hoe doe je dat?
‘Als ik het over het oosterse denken heb, heb ik het over het taoïsme. In de Tao gaat het over worden als een rivier en meegaan in de stroom, in plaats van ertegenin zwemmen. In coaching en supervisie gebruik ik vaak de metafoor van de rivier als ik het heb over het belang van open ruimte om te kijken wat zich aandient. Het begrip ‘wu wei’ is daarbij helpend. Daarmee bedoel ik dat je doet door niet te doen. Dat je handelt door niet te handelen. Daarmee schep je een open ruimte van veiligheid, waarin alles gezegd kan worden wat er gezegd wil worden. Het westerse denken gaat uit van actie en doen, en het oosterse van meebewegen. Ik vind de tussenweg interessant omdat ik geloof dat mensen zo dichter bij zichzelf komen, in verbinding met hun diepere verlangen staan en handelen vanuit zuivere intenties.’
In een van de recensies over jouw coaching las ik: “…schuwt de confrontatie niet”. Waarom is de confrontatie volgens jou waardevol?
‘De confrontatie behelst meer het westerse denken. Vanuit het oosterse denken ga je de confrontatie niet aan, maar luister je en stel je je oordeel uit. Soms kan het teruggeven wat iemand zegt best confronterend zijn. Toch is het krachtig; er kan een kwartje vallen en je kunt je bewust worden van je blinde vlek. Op een respectvolle manier schuw ik de confrontatie inderdaad niet. Niet omwille van de confrontatie, maar om iemand in beweging te brengen.’